|
||||||||
In de serie “Hillbilly And Rustic Rockabilly Bop” die het label ‘Atomicat Records’ sinds het voorbije jaar heeft uitgebracht hebben we reeds twee albums aangeboden gekregen met “Volume 1: A Real Cool Cat” en “Volume 2: Looking For The Green”. Daar komen nu in één keer zomaar twee splinternieuwe compilatiealbums bij met “Volume 3: Rattlin’ Daddy” en “Volume 4: The Barnyard Hop” met elk telkens 28 andere nummers in deze stokoude muziekgenres. Misschien eerst nog even opfrissen via wat meer informatie wat ‘Hillbilly’, ‘Rockabilly’ en ‘Bop’ betekent en waar de origine van deze muziekstijlen ligt. Hillbilly is een wat denigrerend woord voor landelijk en vaak in de bergen wonende Amerikanen zoals in de Appalachen, aan de Mississippi-rivier of in de Rocky Mountains en in de nabijheid van de Rio Grande. Het was die bevolking die met een eigen muziekstijl op de proppen kwamen, een genre dat later veredeld werd tot wat we dezer dagen countrymuziek plegen te noemen. De Hillbilly-muziek werd al in 1925 zo genoemd door countrypianist Al Hopkins. In dit genre werden muziekstijlen als bluegrass, country, western en gospel ondergebracht. Het meest voorkomende instrument in dit genre is de fiddle. Later werden daar de contrabas, andere snaarinstrumenten als banjo, mandoline en het mondharmonica aan toegevoegd en eind jaren ’50 werden Hillbilly, Western Swing en cowboymuziek verenigd onder de nieuwe term ‘country & western’. Voor heel wat bekende artiesten was de hillbillymuziek de basis voor hun latere carrière zoals o.a. voor Hank Williams, Lefty Frizzell en Johnny Cash. Over dan maar naar de term ‘rockabilly’. In het begin van de jaren ’50 was dat één van de eerste vormen van wat later rock’n’roll-muziek werd genoemd. Het genre ontstond voornamelijk in het zuiden van de Verenigde Staten en vermengd country & western met rhythm & blues en een vleugje bluegrass. Het woord ‘rockabilly’ is een samenvoeging van ‘rock’ en ‘hillbilly’ en dit muziekgenre kende invloeden vanuit de western swing, boogie-woogie, jump blues en elektrische bluesmuziek. De pioniers in het rockabilly-genre waren artiesten als Wanda Jackson, Johnny Cash, Bill Haley, Buddy Holly, Carl Perkins, Elvis Presley, Eddie Cochran en Jerry Lee Lewis. Tensotte nog een woordje over de oorsprong van de bop- of bebop-muziek. Dit genre vloeide voort uit de jazz- en swingmuziek en wordt gekenmerkt door een opwindende ritmiek en dito harmonieën waarbij vaak instrumentale solo’s van een saxofonist of een trompettist te horen zijn. De songteksten bij die nummers zijn daarbij van onderliggend belang en bestaan vaak enkel uit nietszeggende kreten of betekenisloze woordrijmpjes. Bebop ontwikkelde zich na de Tweede Wereldoorlog in Amerikaanse steden als New York en Los Angeles. De bekendste namen uit deze muziekstijl zijn o.a. Charlie Parker, Miles Davis en Dizzy Gillespie. Op het album “Hillbilly And Rustic Rockabilly Bop Volume 4 – The Barnyard Hop” staan 28 nummers van eerder onbekende artiesten in deze genres die in de jaren ’50 voornamelijk zeer dansbare nummers hebben uitgebracht. Uit deze vierde compilatieplaat hebben we hier drie willekeurig geselecteerde nummers op audiovideo’s toegevoegd: “Talking To The Wall” van Little Jimmy Dickens, “The Barnyard Hop” van Bonnie Lou en “Shine, Shave, Shower (It’s Saturday)” van Lefty Frizzell. Stoelen en tafels aan de kant en dansen maar! (valsam)
TRACKLIST: |
||||||||
|
||||||||